Een arbeidsovereenkomst kan op verschillende manieren worden beëndigd. Het komt vaak voor dat een contract 'in onderling overleg' wordt beënidigd. Over de voorwaarden van het beënidgen van de arbeidsovereenkomst wordt dan door de werkgever en werknemer onderhandeld. In een beëindigingsovereenkomst wordt naderhand de afspraken vastgelegd. 

 

Met de beëindigingsovereenkomst voorkom je een ontslagprocedure . Omdat een vaststellingsovereenkomst en de onderhandelingen in bijna alle gevallen gevallen minder tijd in beslag neemt en eenvoudiger te regelen valt, is deze weg in de meeste sneller en goedkoper. Het is meestal niet te voorspellen wat de uitspraak van het UWV of rechtbank is. Wel vaker komt het voor dat zeer sterk lijkende zaken worden verloren. Je weet altijd zeker wat de uitkomst is bij een beëndigingsovereenkomst, dat geeft je zekerheid.

 

Nog een voordeel van een beëindigingsovereenkomst is dat het onderhandelen over de voorwaarden in het algemeen niet erg moeilijk is. 

De werknemer heeft bij ontslag recht op transitievergoeding. Het initiatief voor ontslag moet daarvoor wel bij de werkgever liggen. Het recht op financiële vergoeding heeft de werknemer dus als het initiatief om te gaan niet bij hem ligt. In de meeste situaties dat in onderling overleg wordt besloten om de arbeidsovereenkomst te beëindigen, komt dat initiatief van de werkgever. Het is niet een verplichting om ontslagvergoeding te betalen bij een vaststellingsovereenkomst. Toch is dat wel mogelijk.Een bijkomend verschil is dat de ontslagvergoeding niet per se hetzelfde moet zijn aan wat de werknemer normaal gesproken als transitievergoeding zou krijgen. 

De ontslagvergoeding kan lager, maar ook hoger zijn. Als vertrekpunt wordt overigens in de regel wel de transitievergoeding genomen. 

Zijn er dan alleen maar voordelen voor jou als werkgever? Er is wel iets waar je op moet letten. 

Normaal gesproken geldt afspraak is afspraak. Dus ook voor een vaststellingsovereenkomst. 

Je kunt later niet terug komen op dat je hebt afgesproken om met wederzijds goedvinden zonder elkaar verder te gaan. Hier is een uitzondering op. De werknemer heeft de mogelijkheid om de vaststellingsovereenkomst te herroepen. Als in de overeenkomst is opgenomen dat de werknemer de overeenkomst kan herroepen, dan heeft de werknemer 14 dagen na het aangaan van de beëindigingsovereenkomst bij ontslag om deze te herroepen. Wordt herroeping niet in het contract genoemd, dan heeft de werknemer eenentwintig dagen de tijd om het contract te herroepen. Er hoeft geen reden te zijn om het contract te herroepen.